Westerhelling

« Terug naar Blogpagina

Barbecueën 

Zo’n tien jaar geleden vertelde de Amerikaanse schrijver Douglas Rushkoff in een interview* op TV dat hij was opgegroeid in een arme buurt. Aan het eind van de straat stond een buurtbarbecue waaromheen iedereen zich op vrijdagavond verzamelde. Er werden hotdogs gedeeld, gezellig. Toen zijn vader meer ging verdienen verhuisden ze naar een rijkere buurt. Daar had elk gezin een eigen barbecue, waardoor het niet meer nodig was een barbecue te delen. Voor zover mensen hun buren nog uitnodigden leek dat vooral bedoeld om ze te imponeren met exotische, luxe vleessoorten. Kortom: Het leek alsof men hier tègen elkaar barbecuede in plaats van mèt elkaar. Weg gemeenschapszin, weg gezelligheid. 

Ik heb het idee dat de hele samenleving steeds meer verandert in een ¨rijke buurt¨. Het is steeds minder vanzelfsprekend om contact met elkaar aan te gaan. Wie begint er in de trein nog een gesprekje met een onbekende als je ook kunt netflixen of je socials kunt checken? In de supermarkt rekenen we onze boodschappen af bij een zelfscanner in plaats van bij een cassière. Het aantal bibliotheken, buurthuizen en jongerencentra neemt af en verenigingen zien hun ledenaantallen dalen. We lijken genoeg te hebben aan onze relatie en onze vrienden en geen zin te hebben in sociaal gedoe met mensen die we niet zelf hebben uitgekozen. Dat voelt namelijk al snel als tijdverspilling. Maar daarbij vergeten we dat die autonomie, net als in de rijke buurt van Douglas Rushkoff, een keerzijde heeft: we voelen ons geen onderdeel meer van een grotere gemeenschap. 

Sinds een half jaar ga ik een paar ochtenden per week mediteren bij een Zengroep. Ik heb er vantevoren wel over getwijfeld: ik moet dan vroeger opstaan dan ik prettig vind, soms regent het als ik erheen fiets. En ik kan toch ook in mijn eentje thuis mediteren? Toch merk ik dat het me erg goed doet. En dat komt niet alleen door het mediteren zelf. Door enkele malen per week met dezelfde mensen samen te komen voor een gezamenlijke activiteit heb ik het gevoel dat ik deel uitmaak van een groep. De meeste andere deelnemers zijn een stuk ouder dan ik en zitten in een andere levenssituatie, maar dat maakt eigenlijk niet uit. Ik hoor er evengoed bij. Na afloop drinken we samen koffie en dan gaat iedereen weer verder met zijn dag.  

Wonderlijk toch eigenlijk: ik ga erheen om te mediteren, maar het feit dat ik deel uitmaak van een gemeenschap blijkt vervolgens net zo belangrijk voor me te zijn. Ook bij de groepsactiviteiten op de Westerhelling zie ik telkens weer hoe krachtig het is om een tijdlang samen te zijn. Elke deelnemer komt natuurlijk vanuit een individuele motivatie, maar intussen is het samenzijn in een groep van wezenlijk belang. Daar gaat een dragende werking van uit die heel ondersteunend kan zijn bij alles wat er bij iemand van binnen gebeurt. 

We zouden het bijna vergeten in deze individualistische tijd: we hebben elkaars nabijheid nodig. Dus laten we weer samenkomen. Iemand zin in een barbecue? 

 

Thomas Volman 

*VPRO Tegenlicht, 28 januari 2013